
Inhoud Luister en Leer
CD1 | CD2 |
- Alfabet | - Het restaurant |
- Werkwoorden | - Het kantoor |
- Getallen | - Kleuren |
- Dagen van de week | - Het huis |
- Maanden van het jaar en seizoenen | - De weg vragen |
- Klok | - Het menselijk lichaam |
- Groeten, afscheid nemen | - Kleding |
- Familie | - Perfectum |
- In de winkel | - Adjectieven |
- Eten en drinken | - Antoniemen |
- Perfectum | |
- Inversie | |
- Vragen stellen | |
- Uitdrukkingen |
Werkwijze
Luister naar het Nederlandse woord of zinnetje. Lees mee met de vertalingen in het Engels. In de pauze die volgt, kun je het woord/zinnetje naspreken om op die manier de uitspraak te oefenen. Je kunt ook denken aan de juiste vertaling in je eigen taal. Bij alle vragen kun je ook je eigen antwoord op de vragen geven.
Door herhaling, met en zonder de tekst erbij, kun je veel nieuwe woorden en uitdrukkingen leren en leren uitspreken! Je kunt de woorden ook opschrijven: luister naar het woord/zinnetje en schrijf het op. Controleer daarna de woorden.
Nieuwe vertalingen
Via de Login docent kunt u nu ook de Franse en Russische vertaling van Luister en Leer aanvragen.